Het historische Groninger waterwegennetwerk is in onbruik geraakt, maar ligt er vandaag de dag gewoon nog. Door geblokkeerde vaarverbindingen te herstellen brengen we de (oer-Groninger) klippers en tjalken terug en geven we een geweldige impuls aan toerisme, werkgelegenheid en ondernemerschap in de gehele regio.
Ooit was Groningen een economisch bloeiende regio met een rijk netwerk aan waterwegen. Meren en rivieren waren met elkaar verbonden via kanalen en vaarten. Transport van graan en turf ging over het water vanuit de provincie naar de stad en zeehavens.
Weinig mensen weten nog dat de zeilschepen van het type klippers en tjalken ooit in Groningen zijn ontstaan en hier werden gebouwd (zelfs het Friese skûtsje is feitelijk een Fries tjalkje gebouwd naar het Groninger voorbeeld). Klippers en tjalken blijken vandaag de dag nog steeds onverwoestbare schepen, waarvan vele honderden exemplaren van meer dan 120 jaar oud dagelijks commercieel nog rondvaren (wereldwijd).
Transport over het water werd in de loop van de twintigste eeuw na de oorlog verdrongen door andere manieren van transport zoals treinen en wegverkeer, waardoor veel waterwegen in Groningen jammergenoeg in onbruik zijn geraakt. Vooral in de jaren zeventig kreeg de auto ruim baan en werden dammen aangelegd en vaste bruggen gebouwd, die de doorvaart sindsdien blokkeren.
Tegenwoordig is de pleziervaart opgekomen en trekken jaarlijks honderduizenden Duitse toeristen met hun plezierboten naar de Friese meren en Noord-Holland. Ook Nederlandse watersporters trekken voornamelijk naar het Wadden- en het IJsselmeergebied. Te weinig Groninger beleidsmakers lijken zich bewust van hoe schitterend Groningen vanaf het water is en wat voor kansen hier liggen op dat gebied. Groningen is een echte kustprovincie en het oude in onbruik geraakte waterwegennetwerk ligt er gewoon nog.
Helaas zijn de meeste in onbruik geraakte waterwegen niet meer voldoende toegankelijk vanwege kleine obstakels, zoals (vooral in de jaren zeventig aangelegde) wallen, dammen en niet langer operationele sluizen en bruggen.
Doorvaart zou zoveel mogelijk moeten worden gestimuleerd door:
- blokkades te slechten,
- bruggen en sluizen op te knappen en operationeel te maken,
- hier en daar nieuwe verbindingen aan te leggen,
- misschien zelfs gedempte diepen en havens weer open te gooien.
Zo worden de meren, vaarten, kanalen en oude binnenhavens in de dorpen en steden weer toegankelijk voor de pleziervaart en de (in feite oer-Groninger) vloot zeilklippers en tjalken.